Recente aanvullingen over de westerse wikings

 

Conflicten in het eerste millennium:

Wikingen: Beknopte chronologie van het eerste millennium

De vroegste geschiedenis van de 'rus' in West-Europa, in het Nederlands en in het Engels op:

https://independent.academia.edu/LucVanbrabant

Eerste millennium aan de Vlaamse kust:

Schapenboeren, vissers en wikingen

Ingelmunster belangrijker dan gedacht:

Druïden te Ingelmunster?

Rollo uit Vlaanderen? Nog een nieuwe aanwijzing:

L' Échiquier de Normandie

 

De aanvullingen (soms verbeteringen) volgen de structuur van mijn boek.

Daar waar niets bij is geschreven, betekent dat de tekst van in het boek nog altijd geldt.

 

Wie de boeken van Luit van der Tuuk - Vikingen, Noormannen in de Lage Landen en Michael Pye, Aan de rand van de wereld - Hoe de Noordzee ons vormde graag heeft gelezen, krijgt met dit boek een nieuw antwoord. Voor een conventioneel maar degelijk werk refereer ik ook graag naar Haywood John, Noormannen: de Vikingsaga 793-1241.

Wikings worden doorgaans aanzien als wrede mannen die op bepaalde momenten in onze geschiedenis West-Europa aanvielen en vernieling zaaiden. Ik wil met mijn boek die versies nuanceren. Wikings waren niet die moordzuchtige aanvallers en onze streken lagen niet aan de rand van de wereld, hoogstens aan de rand van het Romeinse Rijk.
Meer zelfs: de wikings hoorden thuis in onze streken en werden vooral verjaagd door de Frankische stammen die hun grenzen km per km opschoven naar het westen en het zuiden van Europa.

 

Hieronder worden nieuwgevonden zaken regelmatig bijgeplaatst. Indien nodig worden zaken verbeterd en alles probeer ik te verduidelijken met afbeeldingen (in kleur) of teksten die in het boek minder duidelijk zijn afgebeeld.

De nummering volgt de inhoudstafel van het boek. Voor de inhoud zelf moet u het boek kopen. Grote veranderingen en nieuwe teksten zijn vooral te vinden bij mijn naam op Academia.edu.

 

Inleiding

1. Vrijheid

2. Opzet

3. Interpretatie

4. Gebruikte symbolen

Deel 1 Volksstammen in de Romeinse tijd

1. De kusten van de Lage Landen

De afbeelding links en hieronder tonen wel een moderne kustlijn voor Vlaanderen. De kaart rechtsboven is waarheidsgetrouwer.

 

Kaart met zicht op het (kleine) Flevomeer (kaart van Ortelius uit 1594)

Het kaartje erboven is op die kaart gebaseerd.


Ontstaan van de Zuiderzee.

Sint-Marcellusvloed (1219) (https://nl.wikipedia.org/wiki/Sint-Marcellusvloed januari 2018)
Bij die Sint-Marcellusvloed overstroomden grote delen van Noord-Nederland. Na de storm zakte het water heel weinig en de daaropvolgende vloed zorgde voor nog meer onheil. Veel dijken braken door en door nog andere grote stormvloeden en overstromingen in 50 jaar, ontstonden toen de Zuiderzee en de Waddenzee.


2. West-Europese volkeren in de Romeinse tijd

3. Germaanse stammen?

1. Aduatieken

2. Angelen

3. Ambianen

4. Atrebaten

5. Betaesiërs

6. Bataven

7. Bellovaken

8. Brittons

9. Bructeren

10. Caeroesen

11. Caleten

12. Cananefaten

13. Cantii

14. Catuslogen - Catuslugi

Belgische stam. Men ziet hier liefst de betekenis komen van het Keltische 'catu' - 'slugi', gevechts-leger. Aangezien Normandië volgens mij toen Germaans was, opteer ik liever voor de Germaanse oorsprong, zeker als men ontdekt dat de Catuslogen leefden waar men de 'Normandische barbaren' of 'Noordmannen' situeerde, in een streek waar later ook Rollo verbleef en stierf.

'Slogen' komt ook voor in het Angelsaksische werkwoord 'sleán' (slóh, slóg, slógh, slógon, slagen, slægen, slegen): slaan (om te doden), toeslaan, smijten, treffen... Het 'catu' deeltje kan misschien ook verwijzen naar 'cate' (kate cote), een huisje, stal, schuur, kooi of hok. Het woord kan ook verwijzen naar een kat. In mijn boek spreek ik ook van hun werktuig om stenen te slingeren die een (storm) catte heette (omdat men aan klauwen dacht?)

- kot-slaan: plaats waar slingertuig werd bewaard?

- scatte-slaan: plaats waar men een katapult bewaarde?

- kat-slaan: slingertuig-bewaarplaats van de 'katten'?

Een Latijnse of Keltische oorsprong:

- catu-slugi: Keltisch voor gevecht-leger: gevechtstroepen

- Litouws slaugà (dienen), and Oud Kerkslavisch sluga (dienaar)

enz.

15. Cenomans

16. Chamaven

17. Chatten

18. Chauken

19. Cherusken

20. Cimbren

21. Condruzen

22. Cugernen

23. Eburonen

24. Euten

25. Goten

26. Herulen

27. Hunnen

28. Ingwinen

29. Juten

30. Kelten

Galata- of Keltentoren in Istanbul

 

Graf van Pieter de Kluizenaar te Hoei.

Hij stichtte hij het klooster van Neufmoustier bij Hoei waar hij in 1115 overleed als prior.

31. Kenten

32. Marcomannen

33. Marsaken

34. Melden

35. Menapiërs

36. Morinen

37. Nerviërs

38. Parisii

39. Regni

40. Remen

41. Saliërs

42. Sicambers

43. Segnen

44. Sueven

45. Suessionen

46. Sunuken

47. Svear

48. Tencteren

59. Teutonen

50. Thrihanti

51. Tongeren

52. Toxandriërs

53. Trevieren

54. Tribociërs

55. Trinobanten

56. Tubanten

57. Ubiërs

58. Usipeten

59. Vandalen

60. Veliocasses

61. Venelli

62. Veneten

63. Viromands

'Mand' en 'mant' voor man is bij ons nog terug te vinden in familienamen en oude zelfstandige naamwoorden:

Akkermant, Akkermand, Baartmant, Baartmand, Brinkmant, Brinkmand, Broekmand, Bruggemant, Bruggemand, Dullemand, Geldermant, Geldermand, Hofmant, Jonkmant, Kamermant, Koopmand, Krijgsmant, Krygsmant, Krygsmand, Moormand, Noordmand, Poortermant, Speelmant, Straatmant, Vromant, Vromand...

Enkele gewone zn. in hun oude spelling: hoofdmand, jonkmant, kamermant, krygsmant, moormand, noordmand, speelmant...

De namen hierboven komen of kwamen bij ons voor met en zonder -t of -d.

 

4. Besluit

Deel 2 Friezen

1. Naam en woongebieden

Mogelijke grenzen van de oudste Friese woon- en werkgebieden.

 

Door het Lex Frisionum en het Lex Francorum of Chamavorum weten we dat Friese wetten geldig waren binnen een gebied met volgende namen: Wisaram, Sincfal, Laubac(h)i, Fli (Cisfli, Flehum, Flehi) in Amore. Voor het lokaliseren van die namen zijn heel wat interpretaties denkbaar. Conventioneel worden die grenzen vertaald als Wezer, Zwin, Lauwers, Flevum, Vliet, Almere... Maar in mijn opzoekingen over de Friezen in de kronieken, werkten en woonden zij na de Romeinse periode in West-Europa aan de zuidkant van de Noordzee. Groepen Friezen moesten ten tijde van Caesar verhuizen toen ze een streek wilden inpalmen ten zuiden van de Rijn. Misschien trokken ze nog verder naar het zuiden. Waarom zouden ze voor het noorden kiezen als daar weg wilden? Vandaar hun mogelijke aanwezigheid tussen Seine en Schelde. Met Vlaanderen, Picardië en de Somme als één van de mogelijke kernen kunnen de gebieden van de Friezen – het blijft een persoonlijke hypothese – ook als volgt worden afgebakend: de Sincfal-Schelde, Laubachi-Lobbesbeek  of beek tot Lobbes (nu de Hene) op de Samber, de Wisera-Oise, de Flehum/Fli-, nu de Seine met zijn fli-toponiemen) tot aan Amore/Almere (Alzee: Het Kanaal en de Noordzee). Dat de Friezen tot aan de Seine verbleven, kunnen we nog terugvinden in heel wat toponiemen in Frankrijk. (Zie boek , voetnoot 143) Het voordeel van deze visie is dat ze een goed afgebakend gebied toont (belangrijk voor wetten en rechtszekerheid) en dat er geen tegenspraak is met de opgeschreven wetten.

Uit het Lex Frisionum:
-Inter Laubachi et Wisaram et Cisfli Tussen de Lobbesbeek en de Oise en deze kant van het Fli (Seine). De kant van het Fli en de rechteroever van de Oise (Wisera) begrensden eenzelfde streek.
-Trans Laubaci Aan gene zijde van de Lobbesbeken.
-Inter Fli et Sincfalam Tussen de Seine en het Zwin, de gehele Friese streek tussen de Fli (Seine) en het Zwin.
-Apud occidentales Fresionea inter Flehi et Sincfala Bij de westelijke Friezen tussen Flehi (Seine) en Zwin
-Fli en Flehi komen afwisselend voor.

Wisara kan uit Wisara en Isara komen, vandaar de volgende mogelijkheden: Wisara: Weser, Wezer, Vézère, Auvézère, Vesdre, Wesere en Isara: Ijzer, Vérère, Vizara, Izara, Isar, Oise, Isère...
Lobbes. Dat 'laubaci' voor de beken naar of van Lobbes (nu Hene en Samber) kan staan merken we aan de geattesteerde oude namen voor Lobbes: Laubacus (640, 752, 768, 868) ; Laubias (640, 972) ; Laubiæ super Sambram (697, 870) ; Laubacis (752, 768) ; A Laubace cenobio (752-68) ; In Cenobio Laubaco (866) ; Laubacum (908) ; Laubacensis (908, 1064, 1112) ; Lobies (980, 1155, 1210) ; Laubiensis (987, 1040, 1046, 1070, 1089, 1150, 1181) ; Lobiis (1006, 1069, 1070, 1176, 1212, 1224) ; Lobiensis (1070, 1087, 1093, 1110, 1135, 1150, 1151, 1159, 1162, 1165, 1176, 1199, 1203, 1209) ; Laubiis (1087) ; Laubie (1093) ; A Laubias (10e s) ; Laubiensi Coenobio (10e s) ; Lobis (1161, 1202, 1203) (Op http://www.notrebelgique.be/fr/index.php?nv=24  augustus 2017.) De vormen uit het Lex Frisorum moeten er natuurlijk nog bijkomen.
Het Oudnederlands heeft flie, fli, fle en vlie voor een stroom of waterloop. Dat Fli voor de Seine kan staan, is tot op vandaag nog in enkele toponiemen terug te vinden die fli-flie-flo-flot-floth-floz-floi-fluoth-flet-flu-flue-fluet-flueth-fleu-flet-fleth-fieu in hun naam hebben. Telkens betekent dit de stroom, de vliet, het vloed, enz. De 'voorwaardelijke' etymologische uitleg hieronder slaat uitsluitend op het andere deel in de namen.
Barfleur aan de Seine: Barbefloth, Barbeflueth in 1066 en 1077, Barbefluet 12de eeuw, Barbeflet in 1163, Barbeflo in 1175 en 1198 en Barflue in 1227. De betekenis luidt 'de stroom/vloed/vliet van Barbe'. Barbe kan staan voor 'barbaar', de vloed waar de barbaren (Germaanssprekenden) woonden.
Crémanfleur (te Crémanville) aan de Seine: De betekenis luidt vermoedelijk 'de stroom/vloed/vliet van Créman'.
Fiquefleur (Équainville) aan de Seine: Ficquefleu in 1221. De betekenis luidt wellicht 'de stroom/vloed/vliet van de vissen.
Flicourt (Bois de Flicourt) aan de Seine. De betekenis laadt zich raden, maar de hypothese 'vliethoeve' of hoeve aan de vliet, lijkt mij de meest logische uitleg.
Harfleur aan de Seine: Harofloz in 1006, Harofloth in 1025 en Herolfluoth in 1035. De betekenis luidt 'de stroom/vloed/vliet van Haro'.
Honfleur aan de de Seine: Hunefleth in 1025, Hunefloth rond 1062. De betekenis luidt 'de stroom/vloed/vliet van Hune'.

 


Friezen uit de eerste eeuw: Malorix en Verritus.

Tacitus schreef: Clarum inter germanos frisium nomen. (Frieslands naam is beroemd onder de Germanen.)

In het jaar 58 hadden Friezen braakliggende gronden langs de zuidkant van de Rijn ingenomen om aan landbouw te doen. Ze hadden er zelfs al huizen op gebouwd. Maar van de Romeinen moesten ze daar weer weg. Bij Tacitus lezen we daar een boeiend verslag over. Het gaat over Verritus en Malorix, twee Friese heersers die een bezoek brachten aan Rome. Zij behoorden tot de adellijke bovenklasse en waren zonder twijfel goed uitgeruste ruiters met eigen paarden.

De twee leiders (koningen?) kwamen alsnog aandringen bij Nero om op die plaats te kunnen blijven wonen. Hun namen werden door de Romeinen volgens hun eigen Latijnse taalgevoel neergeschreven. Wat betekenden die namen?

Malorix bestaat uit de elementen 'mal' en '-rix'. Mal kan komen van Ma(t)hal (bijeenkomst), amal (ijverig) of mal (driest). Ric is Germaans voor rijk, heerser, koning. Malorix was dus een heerser op het ding, een ijverige heerser of een drieste heerser...

Verritus kan komen van vera (goud), ver (hoog) en -rid (rijden): de gouden of hoge ruiter of ridder. Olivier van Renswoude schrijft op zijn webstek dat de naam Verritus te duiden is als een weergave van het Oudgermaans *Werriþuz, wat verstoorder of oorlogsvoerder betekende. ( Op https://taaldacht.nl/2017/11/26/hoe-keltisch-waren-de-friezen/#more-19492)

(Suffridus Petri of Petrus (Leeuwarden 1527- Keulen 1597) schreef dat ze Harmana en Caminga heetten. Sommigen willen er ook Keltische namen in herkennen.

Tacitus (Annalen 13.54): Terwijl zij wat rondhingen in het theater van Pompeius – van de voorstelling konden ze niets maken omdat zij er niets van begrepen – vroegen ze aan de mensen op de banken naast hen, wat het onderscheid was tussen de rangen, wie bij de edelen hoorden en waar de senatoren zaten. Ze bemerkten ook mannen in buitenlandse kledij die bij de senatoren zaten. Ze vroegen wie dat wel mochten zijn. Men vertelde hen dat die eer te beurt viel aan gezanten van volkeren die groot waren in moed en nauwe banden hadden met Rome. Zij riepen terstond dat geen mens de Germanen krijgshaftig overtrof en liepen direct naar beneden en gingen tussen de senatoren zitten. Het publiek reageerde hartelijk. Het herkende in hun doen een enthousiaste daad en een gezonde reactie van primitief eergevoel.

Nero gaf aan beide heersers het Romeinse burgerrecht, maar toch moesten de Friezen van hem de ingenomen streek bij de Rijn verlaten. Verhuisden ze o.a. naar minder strategische plaatsen zuidwaarts?


p. 75: De abdij van Terwaan beweerde in 1089 dat Discamutha (Diksmuide) een Friese nederzetting was van rond de zevende eeuw met een haven aan de monding van de Zarre in het Ijzer-estuarium.

Terwaan voor het jaar 1089: Dit geldt voor het eerste document dat te vinden was met de naam Diksmuide op. Van rond de zevende eeuw heb ik achteraf nog proberen terug te vinden waar ik die info vandaan haalde omdat die eeuw mij wat te vroeg leek en ik moet toegeven dat dit niet lukte. Vandaar wellicht een kopieerfout. Dit Friese Diksmuide moet men eerder verwachten in de tiende eeuw. 

Dicasmutha wordt in de 12de eeuw ook geschreven als Discasmutha, maar dat is niet zo belangrijk. Het moest gewoon Dicasmutha zijn. Diksmuide of Dicasmutha, wat dijk aan de monding betekent, is ontstaan in de negende eeuw op de plek waar een rivier uitmondt in de IJzer. Oorspronkelijk was het een Friese nederzetting die zich ontwikkelde tot een haven.' Mutha' (muide(n)) voor monding is een Fries toponiem.

Monding van de Zarre en de Ijzer: zie woordenboek Gysseling. Handzame'vaart' lijkt mij door zijn naam een latere vaarweg te zijn, wellicht van een dieper uitgegraven waterloop waarbij men de benedenloop van de Zarre mee uitgroef. Het toponiem is gelijk aan de Duits-Franse rivier de Saar, Sarre in het Frans. Saarbrücken of Sarrebruck betekent letterlijk Zarrebrug.

840: "In sinum qui vocatur Isere Portus". 'Portus' was misschien een naam die Diksmuide ooit droeg (voor een nieuwe haven nodig was in Nieuwpoort. Maar dat valt te onderzoeken.
Bij IR. I. E De Langue, De oorsprong der Vlaamsche kustvlakte (1939) p59: Aan dezen oertijd herinneren ons de Saksische booten, die in de toegeslibde geulen werden gevonden, de oude naam van het kustland Litus Saxonicum, en de sterke Friesche invloeden die in de taal der oostkust voortleven. Verschillende plaatsnamen ais Diksmuide en Muide (Mude, Sint Anna ter Muiden) zijn Friesch (muide = riviermonding, verg. Eng, mouth — mond).

2. Handelaars

3. Einde van de Friese vrijheid

 

De Friezen waren de bekendste handelaren van het Noordzeegebied. Ze verhandelden prestigieuze goederen die door hooggeplaatsten werden gebruikt om aanzien af te dwingen. Door 'gekregen luxegoederen' werden strijders met de schenker verbonden. De hoogste schenker en controleur was de koning van het gebied. De Friezen hadden regionale en internationale netwerken met verschillende politieke en/of militaire leiders. Na de slag om de Boorne in 733 werd het Friese gebied ingelijfd bij het Frankische Rijk. Dat was toch de bedoeling, want niet iedereen gaf zich zomaar over. Maar de Franken waren dus wel de aanvallers. Met de stapsgewijze inlijving door de Franken, werd ook het christendom opgelegd. Geleidelijk werd nu grootgrondbezit belangrijk. Die grootgrondbezitters – vooral de koning en de kloosters – konden producten van heel ver per schip tot bij zich brengen. De Friese handel bleef belangrijk, maar voor wie niet was uitgeweken, was de vrijheid verdwenen.

 


Deel 3 Saksen

1. Naam

Een ontmoetingsplaats voor wikingen in Sherwood Forest:

 

Thynghowe op Google Maps 2017

 

De plaats is bekend als Thynghowe op de Hanger Hill bij Budby, Warsop, Edwinstowe en aan de rand van het Birkland bos.
Thynghowe (Thinghowe rond 1300) betekent ding-hoge, wat dus kan worden begrepen als een vergaderplaats voor wikingen. Het ding was de algemene vergadering van de stamleden waar over van alles werd gedebatteerd, waar vetes zoveel mogelijk op een vreedzame manier werd afgehandeld, waar recht werd gesproken, waar nieuwe wetten werden opgesteld, enz...

Tien jaar geleden had men de plaats al eens onderzocht. Een aantal zaken verdienen zeker onze aandacht: de dingheuvel op 96 m hoogte, met daarop de 'rechtspraak-cirkel' die dateert uit de Middeleeuwen of Saksische tijden. De cirkel heeft een diameter van 75 bij 77,5 m. Men vond er potketelstenen en -keien die door de wikingen werden gebruikt om water op te koken. De brochure (zie onderaan de tekst) gebruikt ook de term 'wapentake', misschien wel de Wapentake van Bassetlaw. Duidelijker West-Europees kan niet meer: De wapentake was precies zoals het woord het zegt: het taken van de wapens. 'To take' is een Engels ww, maar 'taken' is ook een oud Vlaams werkwoord voor nemen, grijpen of pakken. De wapentake was het moment waarop men weer zijn wapens kon nemen die men niet mocht gebruiken tijdens het ding. Wapentakes kwamen ook voor als aparte vergaderingen in open lucht in verband met het (ver)kopen van goederen. Het woord wapentake is nooit gekend geweest in Scandinavië.
Overal waar wikingen zaten, vond men dingplaatsen. Budby (Butebi in 1086; buiten-nabij – buiten de ring, maar dichtbij?) in de buurt heeft alvast ook zijn West-Germaanse naam mee. Verder vond men twee mogelijke haarden en enkele grensstenen voor Warsop, Edwinstowe en Birkland. Uit dezelfde tijd stamt ook een sloot op de grens van Warsop en Edwinstowe.

Gaunt Andy, Geophysical Magnetometer Survey at Thynghowe, Hanger Hill, Sherwood Forest, Nottinghamshire, Geophysical Survey Report 2017 Mercian Archaeological Services CIC. (ook voor de afbeelding hieronder)
Op http://www.mercian-as.co.uk/reports/thynghowe_magnetometer_survey_report_2017.pdf
Barlow Jamie, New discoveries at Sherwood Forest’s ancient Viking meeting point. 2017
Op https://nottstv.com/ancient-viking-meeting-point-sherwood-forest-discovered-archaeologists/ november 2017

 

2. Woongebieden

1. De Nederlanden tot Bonen

Nog een teruggevonden schip in de turfgronden langs de Ijzer:

Tussen die eilanden, tenslotte deringmoeren geworden, liggen "striepen klei aardschee'n en slangen genoemd" door de zee aangebracht" (aardschee = een laag aarde en zand in een deringmoer, zegt De Bo). Voordat die "slangen" opgevuld werden waren het geulen of waterstraten. Ten bewijze haalt A.D. het met molenstenen geladen schip aan, gevonden tussen deringmoeren bij Mannekensvere (in 1820). G. Billiet over Duclos Adolf, De oude kuste van vlaanderen, Uitgeverij Dezuttere Brugge. 1873 (In Tijdschrift De Plate 81/2, Uit de bibliografie van Oostende (4) p. 2) De bodem van het schip zit zo ongeveer anderhalve meter diep in de veengrond en zelf tot in de onderliggende kleilaag. (Op http://www.dekroniekenvandewesthoek.be/tussen-cassel-en-bavay/ november 2017

 

2. Van Saks tot wiking

p. 89:

Een andere Wulfmaer of Wulmer uit de achtste eeuw uit Bonen trok noordwaarts en installeerde zich als heremiet in een eikenstam. 

Hier maak ik van:

Een andere Wulfmaer of Wulmer uit de zevende eeuw uit Bonen trok noordwaarts en installeerde zich als heremiet in een eikenstam. (Vulmar van Hautmont ±620 - 697)

3. Boonen

Saksische toponiemen rond Boonen/Boulogne.

(Le Nord de la France. De Théodose à Charles Martel, Rijsel, 1983 op http://www.dbnl.org/tekst/_fra001198501_01/_fra001198501_01_0003.php )


4. Normandië

Guinet Louis, Contribution à l'étude des établissements Saxons en Normandie. Presses universitaires de Caen. 1967


5. Bretagne

6. Het zuiden

7. Engeland

8. Noordzee

Niet goed! Bij het vertalen van dit artikel vond ik een stomme fout.

p. 98:  Karel de Goede moet natuurlijk Philips de Goede (1396 –1467) zijn!

Vergeet dan ook de de afbeelding op p. 99 die elders moest passen.

9. Duitsland

10. Roemenië

3. Kaperslied

4. Andere liederen en verhalen

5. Heliand

Beginwoorden van de Heliand: Manega waron (menige waren)...


6. Einde van de Saksische vrijheid

Deel 4 Denen

1. Naam

2. Waarom Denen wikingen werden

3. Walcheren

Deenen en Noormans

Op een kaart van Zeeland (1821) had Zeeuws-Vlaanderen een dorp ten westen van Biervliet dat 'Noormans' heette.

Boek p. 118: De Franken beschouwden Vlaanderen-Zeeland als een grens- of markgebied dat ze wilden controleren.

Citaat: … In tjaer viij Cxxxviij (838) ten tijden van Ludovicus, Keiser van Roomen, Konink van Vrankrijk, en Heere van Germanien; nae dat die Deenen en Noormans 't Land van Zeeland, Vlaenderen en Borsselen heel en al verdestrueert, den rechten dienst Godts veracht, ende groote moordt, fortse en gewelt in Zeeland bedreven hadden. Die Keiser Ludovicus dien doen ter tijt te Nimmagen was, dit hoorende, heeft veel Heeren uit Duitschland nederwaert gesonden in Zeeland, om 't Christen geloove te beschermen onder welke die overste en principaelste Capiteynen waren, Dierik die Neve was van den Keyser voornoemt, die daer nageinstitueert werd om Grave te zijn van Holland en Zeeland, als voren geseyt is. Ende Lippold van Swaben, Grave Vranken Sone voornoemt. Die daer alsoo vromelijken vochten tegens den Deenen en Noormans, dat sy uit den Lande verjagende en verdrijvende waren alle die gene, die 't Christen geloove niet aen nemen en wouden; en hebben alsoo die Zeelanders vander servituit der Deenen en de Noormans vry gemaekt. …  (Smallegange M, Nieuwe cronyk van Zeeland, eerste deel. Drukkerij Joannes Meertens Middelburg 1696, p. 388)

Ik leid daar volgende zaken uit af:

-De 'Deenen en Noormans' werden afgeschilderd als heidense heersers, vernielers en geweldenaars. (Zo was men natuurlijk 'gerechtvaardigd' om in te grijpen.)

-Er kwamen militairen uit het oosten, Christelijke Franken.

-'Deenen en Noormans' die zich niet wilden bekeren werden uit hun land verdreven, nl. Zeeland en Vlaanderen.

 


Discussie op 'Nifterlaca'

'

Boek p. 114:
Einhard of Eginhard (770-840) was een Frankisch geleerde en dienaar van Karel de Grote en Hludwig I. In zijn Vita Karoli Magni, schreef hij over ...een golf ten oosten van de westelijke oceaan... Waar vele stammen wonen; Dani namelijk en Sueones, die wij Nordmannos noemen... De oostelijke kant van de oceaan moet het West-Europese vasteland zijn geweest. Die golf was dan de Rijn-Maas-Scheldedelta. Scandinavië ligt aan de noordelijke kant van de Oceaan. ...Sinus quidam ab occidentali oceano orientem versus porrigitur... Hunc multae circumsedent nationes; Dani siquidem ac Sueones, ques Nordmannos vocamus... In Einhardi, Vita Karoli Magni, hoofdstuk 12


'Erik Springelkamp' confronteerde mij met volgend fragment, in de veronderstelling dat mijn ideeën daardoor niet klopten.
ANNALES REGNI FRANCORUM (809)
Imperator autem, cum ei multa de iactantia et superbia regis Danorum nuntiarentur, statuit trans Albiam fluvium civitatem aedificare Francorumque in ea ponere praesidium. Cumque ad hoc per Galliam atque Germaniam homines congregasset armisque ac ceteris ad usum necessariis rebus instructos per Frisiam ad locum destinatum ducere iussisset.

De keizer (Karel de Grote) besloot om een Frankische sterkte met een garnizoen te bouwen aan de overzijde van de Albis, omdat hij veel over de arrogantie en trots van de Deense koning (Godfried) had gehoord. Voor dit doel bracht hij mannen uit Gallië en Duitsland samen, uitgerust met wapens en andere nodige zaken, en beval om, vanuit Germanië door Gallië via Frisia naar Walcheren, hun doel te bereiken. Albis-toponiemen: Wit Water (Henegouwen) Witte Nete (Kempen) Teralfene (Albanō) nu Bellebeek (Alba-beek) twee keer 'wit water' (Oost-Vlaanderen) Aube (zijrivier van de Seine in Frankrijk) Aube (zijrivier van de Thon in Frankrijk) Albe (zijrivier van de Sarre in Frankrijk) of Albarine (zijrivier van de Ain in Frankrijk).

Karel was dat gebied nog aan het veroveren van oost naar west. De overzijde van de Albis is perfect te plaatsen in wat nu Noord-Frankrijk met Boulogne is. Daar zitten we ook met de grenzen tussen Gallië en Duitsland. In het noorden kan dat niet. En om bij de Denen te geraken moest je het oude Frisia door. Het noordelijke Friesland was zich in deze periode pas aan het vormen met binnenkomende Friezen, Saksen en Angelen. De Saksen die men later versloeg aan de boorden van de Albis – tienduizend mannen met vrouwen en kinderen als we de bronnen mogen vertrouwen – werden door Karel de Grote gedeporteerd binnen Gallië en Germanië. De archeologische vondsten bij Vron in Normandië kunnen daar ook een relict van zijn. Karels opvolger heeft trouwens in dezelfde streek gevochten en gewonnen tegen de Denen, te Saucourt in Picardië. Na de slag had hij nog problemen met de daar in de buurt wonende Denen.
Ook de reactie van 'Dagobert' was voor mij geen hinderpaal. (Zelfde discussie op Nifterlaca als bij Erik Springelkamp.) Dagobert haalde een Frankische tekst aan waarvan de geografische informatie volgens hem niet mooi bij mijn hypothese paste:

Einhard (Vita Karoli Magni, 12)
De Dani en de Sueones, die wij Nordmannos noemen wonen aan zijn noordelijke kust (van de sinus) en op alle eilanden (in de sinus).
De Sclavi en de Aisti en andere volkeren bewonen de oostelijke kust, onder hen zijn de belangrijkste die Welatabi tegen wie de koning oorlog voerde. De sinus (baai of golf) is van onbekende afmetingen, maar is nergens meer dan 100 mijl breed en vaak minder.

Zoiets past zeker vanaf het kanaal tot en met de eilanden van Zeeland. De Friese kust van nu was dan nog een groeiend grensgebied, een streek die pas aan het 'droogvallen' was en waar mensen pas vanaf die tijd meer naartoe verhuisden. Voor mij betekende die sinus (bocht, baai) gewoon de Aa-Schelde-Maas-Rijn delta. De Dani (laaglanders in Zeeland en Vlaanderen), Suenen (van het Zwin), allemaal noordelijke mensen woonden aan de Noordzee (noordelijke kusten met vele eilanden). De Sclavi, de Aisti en andere volkeren woonden meer naar het oosten aan de oostelijke kusten, waar ik dan de Oostzee in herken.


4. Dania dat niet Denemarken is

Aldrisi-kaart (Franse kopie)


5. De slag te Sathulcurtis

6. Denen in Europa

7. Hoe Denemarken aan zijn naam kwam

8. De Deense taal, ouderdom en vergelijking

Runetekens op de gevel van een huis in Frans-Vlaanderen

 

Runetekens op de kerk van Oostnieuwkerke (West-Vlaanderen België)

 


 

DNA (boek p. 129)

Een lezer heeft op 22 augustus 2017 gereageerd en schreef mij dat hij ondertussen ook een paar DNA resultaten verzameld had (waaronder dat van hemzelf), allemaal uit het Schelde gebied. Die resultaten toonden een kleine 40 % Scandinavisch verwante DNA markers. Voor de Duitse en Nederlandse referentiepopulaties ligt de gemiddelde Scandinavische fractie aan DNA markers nabij 13 - 14 %. ( Geno 2.0-National Geographic-analyse)

Mijn resultaten:  Scandinavisch 54,3%, Brits en Iers 26,7%, en Iberisch 19,0%. (MyHeritage)


9. Deense woorden en namen in de Nederlanden

10. Dane werken

1. Ringwalburgen

Ringwalburgen te Alveringem

 

Alveringem: Alfrenchehem in 1066 (1) De geschiedenis van Alveringem start bij een strategische ligging van drie of zelfs vier (2) ringwalburgen uit de negende eeuw. Dan volgt de vestiging van een abdij. Met Alveringem en de andere ringwalburgen in de buurt had Vlaanderen zo meer ringwalburgen dan Walcheren!

De ringwal schuin voor de kerk is nog goed zichtbaar, voor de twee anderen (ten zuiden van Alveringem en bij Oeren) is het al moeilijker zoeken. De vierde laat tot nu toe eigenlijk te weinig sporen na. In de negende eeuw bouwde men verschillende van die versterkingen. De ringwalburgen hadden ook hier een ronde gracht met aarden wal en die cirkel was mooi in vieren gedeeld. De ringwal bij de Klare Wal heeft een diameter van ongeveer 180 meter. (3)

Conventioneel zijn die ringen weer uitgelegd als 'verdediging tegen de wikingen', maar waarom dan drie (vier) wallen zo dicht bij elkaar? Waren dat niet eerder drie plaatsen waar mensen woonden die zich wilden verdedigen tegen indringers, schuilplaatsen dus voor de plaatselijke bevolking? De indringers – de Frankische Karolingers – wonnen en bouwden daar hun kerken en abdijen op of in de buurt. Voor Alveringem werd dat de bekende abdij van Eversam. De verdediging speelde geen rol meer na de overwinning van de indringers, vandaar dat de activiteiten binnen die ringen onbelangrijk werden. Karel de Grote bouwde na zijn overwinningen langs de kust van de Noordzee versterkingen om de wikingen (uitgewekenen) buiten te houden en er stonden wachters bij de rivierenmonden en bij de havens. Wanneer Lodewijk de Vrome die macht niet kan consolideren komen onze Denen (laaglanders) natuurlijk terug. Uiteindelijk houden de inwoners niet van al die conflicten. Hij, die meest zekerheid kon bieden voor rustige tijden die voor de handel belangrijk waren, zouden de steun van de bevolking genieten. Vandaar dat 'verchristelijkte' inwoners die vroegere heidenen soms ook niet graag zagen afkomen.

1.Alfheringheim of het huis van de nakomelingen van de alfheer of het alfleger.

Gysseling Maurits, Toponymisch Woordenboek van België, Nederland, Luxemburg, Noord-Frankrijk en West-Duitsland (vóór 1226) 1960, p. 51

2. Vansassenbrouck Olivier, Geofysische prospectie van een circulaire structuur te Alveringem, West Vlaanderen. VUB Brussel 2013 p. 37

3. Vansassenbrouck, o.a. p. 36

Satellietfoto's van twee ringwallen te Alveringem. Op Google Maps op 11.09.2017: 


De ringwalburg Aggersborg bevindt zich in het noorden van Jutland, waarschijnlijk rond 980 gebouwd, onder de leiding van Sven Gaffel- of Vorkbaard, zoon van Harald Blauwtand en vader van Knoet de Grote. De ring heeft een doorsnede van 240m.


Zie ook bij 'Meer over wikingen' onder nummer 4: Van heuvel tot kasteel.


2. Wikingkampen

3. Danevirke

4. Hedeby

D-Type omwallingen:

Schets van het eerste Hedeby.

Antwerpen naar een tekening op perkament van rond 1700 dat zich in het stadsarchief van de stad bevindt.

 

Ook Gent heeft zo'n D-type omwalling gekend.


5. La Hague

6. Danes dyke

7. Wansdyke

8. Offa's Dyke

9. Devil's Dyke

10. Devil's Dyke

11. Southwark

12. Werki

Toponiemen van  'Werken' (denk aan bolwerk) , nu als 'guerche' bekend.

13. Dunseverick

14. Werken

15. Oostvoorne

16. Besluit

11. Deghen-Thane-Deen?

12. Germaanse talen

Deel 5 Noor(d)mannen

1. Naam

2. Normandië

3. Engeland

1. Danelaw

2. Artefacten

Deel 6 Franken

1. Oorsprong

2. Naam en taal

3. Karel de Grote

Kroningsmantel van Karel de Grote te Metz


Deel 7 Beknopte chronologie van het eerste millennium

1. Chronologie

Kijk hierboven bij    'Meer over de wikingtijd'    onder het hoofdstuk 'Chronologie van het eerste millennium'.

2. Besluit

Deel 8 Wikingen

Wikingschepen

Op zoek naar een nieuwe woonplaats?

Artistieke impressie uit: Marshall, H. E. (Henrietta Elizabeth) 1876 illustrated by A.C. Mihael


1. Waar komt hun naam vandaan?

Naast dat oude zevende eeuwse woord wícingsceaða is nog een andere term gevonden:

In het Angelsaksiche gedicht 'Exodus' dat dateert van rond 800 staat volgende zin: Randas bǽron sǽwícingas (de stam van Reuben ) ofer sealtne mersc (Schilddragende zeewikings over de zoute moeren)
Die sǽwícingas waren zeelui en hier zeker geen Scandinaviërs.

 


2. Wikingen met een w

Nog wat meer uitleg: Wiking werd in het Nederlands met w geschreven, maar dat is door de Scandinavische invloed ten onrechte een v geworden. Ook die hoofdletter klopt niet, want het gaat niet over één specifiek volk en het beschrijft een algemene handeling zoals wijken, teruggaan of ontruimen. Ik opteer dus voor wiking, wikings en wikingen. Wikingen waren vluchtelingen, maar ze gaven niet op en wachtten op betere tijden om terug te slaan. Kan hier – in onze tijd – een vergelijking worden gevonden met bv. de vele Syrische vluchtelingen die willen ontsnappen aan religieus fundamentalisme?
De oudste vermelding van het woord wiking dateert van de zevende eeuw. Het zit in de samenstelling 'wícingsceaða'. Het Oudengels 'wicing' en Oudfries 'wizing' zijn zeker driehonderd jaar ouder dan het Oudnoorse woord uit de tiende eeuw. De wikings zijn in het noorden toegekomen, hebben zich daar georganiseerd en zijn zo zichtbaar belangrijk geworden in de West-Europese geschiedenis. (Zie boek voor de bronnen.)


3. Komt wic of vic van het Latijnse vicus?

4. Uitwijkelingen met een missie

Amandus als drakendoder (anders gezegd: heidendoder) en

kerkstichter Amandus als eerste bisschop van Straatsburg (klooster op de Mont Sainte-Odile, Frankrijk)


5. Zeden en gebruiken bij de wikingen en andere zeevolkeren

 

Geen wikingen te Asselt?

Mijn boek p. 220 (193, 194):
Te Asselt aan de Maas werden de daar wonende wikingen aangevallen door de Franken in 882. Maar de twee groepen sloten een overeenkomst waarbij de wikingen de Franken direct gewoon binnenlieten om handel te drijven! (jaarboeken van Fulda) … De wikingen werden na een zekere gedoogtijd aanvaard door de Roomse kerk. Hun doopsel was genoeg om ze als geïntegreerd te beschouwen. Door christen te worden – al was het maar aan de buitenkant – aanvaardden die Germanen impliciet ook het bestuurssysteem van dat feodaal Europa.


Citaat:

Het roemruchte Vikingverleden van Asselt kan de prullenbak in. Er is nooit een kamp van Noormannen gevonden, net zo min als een versterkte hof van de nazaten van Karel de Grote...Uit geschreven bronnen weten we dat er in 881 ergens aan de Maas een plaats Ascloa (of Haslon of Haslao) moet hebben gelegen waar de nazaten van Karel de Grote een versterkte hof hadden. Dat hof werd veroverd door Noormannen die het als uitvalsbasis gebruikten voor plundertochten naar Maastricht, Luik, Bonn en Keulen. Er zijn meer plaatsen die het historische Ascloa menen te zijn, zoals Elsloo en Arcen...

Uit: Het Belang van Limburg van 08.09.2017, op
http://www.hbvl.be/cnt/dmf20170908_03060210/vikingdorp-in-limburg-een-grote-fabel

 

Dat doet mij nadenken over volgende zaken:
Asselt hoeft voor mij niet direct af te vallen, daar ik de wikingen beschouw als daar wonende Germanen die zich moesten verdedigen tegen de aankomende Frankische heersers. In zoverre verschilden ze weinig van de andere daar wonende stammen. Die conflicten waren aanvallen en verdedigingen om de macht te behouden of te veroveren. Soms werd er onderhandeld en als dat niet hielp werd er gevochten. De Franken hadden hun geschiedschrijvers, de daar wonende Germanen niet, zodat we altijd slechts één kant van het verhaal horen, zodat we altijd moeten lezen van 'barbaarse, heidense Germanen', tot... tot ze zich lieten dopen. Dan werden ze in een mum van tijd 'bijna engeltjes' (Ik weet het, wat overdreven natuurlijk.) De reden was gewoon dat ze op dat moment het nieuwe gezag aanvaardden. Zo kon – met die nieuwe leiders – de handel worden hervat. Wie niet wilde integreren vocht tot de dood – wat natuurlijk vernielingen met zich meebracht – of week uit. Iedere stam had zijn eigen gewoontes en bouwstijlen, ook de wijkelingen/wikingen die uiteindelijk vluchtten. Wellicht hebben de overblijvende relicten en artefacten een overtuigender karakter in het gehucht Elsloo! Elsloo ligt bij Maasmechelen en bezit zichtbare resten van die Germaanse wikingen uit het wikingentijdperk.

 


p. 212-213

Over de Germaanse stam van de Taifali die tot in de streek van Poitiers woonde.

In volgend citaat van een Romeins schrijver uit de vierde eeuw kunnen we hier wellicht een vorm van rituele mannelijke tempelprostitutie in (h)erkennen:


...Er wordt gezegd dat deze natie van de Taifali zo losbandig was en zo ondergedompeld in de smerigste obsceniteiten van het leven, dat ze zich overgaven aan allerlei onnatuurlijke lusten, waardoor de kracht van zowel jeugd als mannelijkheid werd uitgeput in de meest vervuilde verontreinigingen van losbandigheid. Maar als een volwassene een everzwijn ving of een beer in zijn eentje doodde, werd hij dan vrijgesteld van alle dwang om zich aan zulke schandelijke vervuiling te onderwerpen...(Ammianus boek 31, IX,5)


Ammianus Marcellinus (Antiochië, ± 330 - 400 n.Chr.) was een Romeinse historicus van Griekse herkomst. Hij schrijft hier zeer negatief over gewoontes binnen de taifali-stam, maar we kunnen niet anders dan aannemen dat dit bij die stam een normale gang van zaken was.

 


Guldgubber!

 

            1                       2                   3                              4                             5                            6                                                 7

Op guldgubber amuletten kan van alles staan. De meeste personages zijn kussende koppels(1) of mannen (strijders), maar in enkele gevallen zijn ook kussende mannen(2) of vrouwen(3) te zien, travestieten(4), mensachtige monsters(5), vrouwelijke strijders(6) of transgender figuren(7).

O.a. op  http://www.vikinganswerlady.com/gayvik.shtml  en https://commons.wikimedia.org/wiki/File:D-III-1_guldgubber_depicting_a_wraith.jpghttps://commons.wikimedia.org/wiki/File:D-III-1_guldgubber_depicting_a_wraith.jpg en https://commons.wikimedia.org/wiki/File:F-I-1_guldgubber_depicting_a_person_with_mixed_gender_identifiers.jpg (Lokis Tochter) 7: Sommige details wijzen op een vrouw, andere op een man. Gevonden te Revninge bij Kerteminde.(Zie tijdschrift 'Politiken', Kultur, op 18 februari 2015)

 


Wikingstrijder zijn, was ook een vrouwenzaak!

 

Saxo Grammaticus had het over 'vrouwen die hielden van gevechten en bloed in plaats van kussen en lippen, met armen om te slaan eerder dan om te omhelzen'. In mijn boek schreef ik dat vrouwen een belangrijke rol konden spelen in een wereld die wij vandaag de dag vooral als 'mannelijk' bestempelen. Een nieuw krantenbericht verscheen, dat aantoont dat vrouwen inderdaad een belangrijke rol konden spelen in de maatschappij van die 'heidense barbaren'.

Historiek, op https://historiek.net/strijder-in-beroemd-vikinggraf-vrouw-in-plaats-van-man/71025/ 10 september 2017 en ook op https://www.demorgen.be/wetenschap/wetenschappers-ontdekken-eerste-vrouwelijke-vikingkrijger-bd251c09/

Eind negentiende eeuw werd in Birka een graf gevonden van een wikingstrijder. De onderzoekers namen direct aan dat het om het graf van een belangrijke man ging. In het graf lagen een zwaard (een sax), een bijl en een speer, samen met schilden, pijlen, een bordspel om strijdtactieken (Hnefatafl) te leren en twee paardenskeletten. Het skelet werd onlangs opnieuw onderzocht, en wat bleek? Het ging misschien om een vrouw van rond de dertig jaar oud! Door dat bordspel leidt men af dat die vrouw een officier moet zijn geweest. Vrouwen konden dus ook een hoge rang hebben of leiding geven, iets wat uiterst moeilijk werd in de christelijke Frankische wereld. Het onderzoek wees ook uit dat de 'vrouw van Birka' vreemde roots had; ze kwam dus van elders! Een laaglandse uit het zuiden? Alleen DNA-materiaal kan aantonen of het gevonden skelet echt van een vrouw is. Er is dus een zekere waakzaamheid geboden, want ik kon dat tot nu toe in geen enkel artikel bevestigd zien.

 

Een vrouw met schild, zwaard en paardenstaart, 3,5 cm hoog, in zilver, van rond 800 en gevonden in Hårby, Denemarken. 

Op nrc.nl, 11 september 2017 in het artikel: Krijger in graf uit vikingtijd was vrouw. Foto van Asges Kjaergaard  (Odense Bys Museer)

Zie ook: Gardeła Leszek,  ‘Warrior-women’ in Viking Age Scandinavia? A preliminary archaeo-logical study. In Analecta Archaeologica Ressoviensia Volume 8, p. 273-315

 

Andere vrouwelijke krijgers. Meestal omschreven als Freya, een walkure of één of andere godin. 

Eerste figuur: Suffolk Coastal (District) AD 850 -900 © CC-BY The British Museum London. De rest gevonden op Pinterest. Voorlaatste prent is een kopie van een tiende eeuwse vrouwelijke krijger. De laatste munt is gevonden in Rennes, Normandië.

 

In Groot-Brittannië werden een tijd geleden vondsten uit 'wikinggraven' besproken. De gevonden lichamen werden allemaal voor mannen aanzien. Na een 'grondige' analyse bleek dat er meerdere vrouwen tussen zaten. Sommige skeletten toonden kwetsuren dat de mensen waren gestorven in een gevecht, maar ze hadden ook genezen wonden uit eerdere gevechten. De graven moeten door hun vijanden zijn gedolven, want er waren geen grafgiften te bekennen. Soms keek men vroeger naar de bovenarm van een skelet om het geslacht aan te duiden, maar nu weet men al dat de relatieve dikte van deze botten niet veel scheelt tussen de seksen. Zelfde opmerking als hierboven: Alleen DNA kan uitsluitsel geven.


6. Scheldewikingen, de start.

 Antwerpen bewoond door wikingen!

 

Op 17 augustus 2017 heeft de VRT dit bericht de wereld ingestuurd op http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/wetenschap/1.3048635

Citaat: ...Wouters heeft argumenten om te denken dat het 9e- en 10e-eeuwse Antwerpen in contact stond met de vikingen. "Vooreerst lijkt de nederzetting qua vorm verwant aan typische Vikingsteden als Hedeby in Noorwegen. Er zijn ook heel duidelijk handelscontacten tussen de Scheldevallei en Scandinavië in deze tijd, en we vinden handelswaar uit de Lage Landen tot in het noorden en omgekeerd uit Scandinavië tot in de Scheldevallei. Sommige teksten ten slotte vermelden Scaldingi of Scheldevikingen."...

 


1. Scaldingi en het mekel here

2. Scef en Scyld

3. Ynglinge

4. Walcheren

7. Dynastieën van de Schelde en omstreken

Schelde


1. Amlaíb Conung

2. Arnulfingen

3. Asgeir

4. Baldwin

Nog iets over Baldwin IX, keizer van Constantinopel:

Tsaar Kaloyan schreef in juli 1206 aan Paus Innocentius III dat Baldwin was gestorven in een toren van het Tsarevets-fort van de toenmalige Bulgaarse hoofdstad, Veliko Tarnovo. Eén van torens van het fort heet nog altijd Baldwins toren. In augustus van datzelfde jaar werd Baldwins broer Hendrik in Constantinopel tot keizer gekroond. In Vlaanderen was men dat niet zo zeker, want de andere broer van Baldwin, Filips van Namen bleef regent. Het waren de dochters van Baldwin, Johanna van Constantinopel en Margaretha II van Vlaanderen. die later als gravinnen over Vlaanderen regeerden.

Baldwins toren van de Tsarevets burcht te Veliko Tarnovo, Bulgarije (Wikipedia, open domein)

5. Beren

6. Beren

7. Beren Isernside

8. Beren Handelsman

9. Bernard de Deen

10. Calbi

11. Carl

12. Catla

13. Chacanus

14. Erik de Oude

15. Erik de Jongere

16. Erik Bloedaks

17. Ekkehard

18. Gerulfingen

19. Gondebuef

20. Godfried

21. Godfried

22. Godfried de Dane

23. Godfried de Deen

24. Gudrun

Motte te Guînes (Giezene) in Frans-Vlaanderen


25. Haesten

Nog andere namen voor Haesten / Hæsten: Alstignus, Hallsteinn, Hásteinn, Hastingus, Haustuin, Hadingus, Haddingr, Haddingi, Alstignus...
In Grimm's Teutonic Mythology wordt de naam 'Haddingr' etymologisch beschreven als een naam uit het Oudnoors, 'Haddr', wat (vrouwelijk) haar, betekende. Men sprak van hem als de 'langharige' krijger.
In mijn boek, p. 246 verwees ik naar Glaber. Hieronder wat meer informatie:
Rodulf Glaber (±980 – ±1046), monnik en geschiedschrijver beweerde dat Haesten (Hasting) een zoon was van een 'paysan' uit de Champagnestreek, een gedeporteerde Saks van Karel de Grote. Het is in Traincault-le-Repos (bij Troyes) dat men die traditie nog levendig houdt. Historici – die de conventionele geschiedenisuitleg volgen – hebben het er natuurlijk moeilijk mee. Het is best mogelijk dat Glaber met Haesten een 'man van de buiten' bedoelde – niet een boer zoals men meestal vertaalt – zoals Rollo er ook één was. Hij kon zeker tot de aristocratie hebben behoord. Maar Haesten had hij niet hoog op... Een Franse webstek haalt volgende passage aan; Citaat:  Doué d’une force prodigieuse, avec des inclinations perverses, méprisant la condition de ses parents,  rempli de vues ambitieuses, n’apercevant rien autour de soi qui les pût assouvir, il s’évada de la maison paternelle, et entra au service de ces Danois qui écumaient les Mers de France, en troupes qu’il appelait Flottes, dans le langage de leur pays "...

 

Wikipedia op https://fr.wikipedia.org/wiki/Trancault#cite_ augustus 2017
Renaud Jean, Les Vikings en France. Uitgeverij Ouest-France, Lille-Rennes 2017, p. 31
Amory Frederic, The Viking Hasting in Franco-Scadinavian legend, op
http://deremilitari.org/wpcontent/uploads/2013/07/amory.pdf augustus 2017.
Citaat van Glaber, op
https://www.jschweitzer.fr/les-aubois-tr%C3%A8s-c%C3%A9l%C3%A8bres/hasting/ augustus 2017

 


26. Halfdeen

27. Halfdeen

28. Halfdene Ragenherszoon

29. Halfdeen Witbeen

30. Halfdeen Zwarte

31. Hals

32. Harald

33. Harald Blauwtand

Hij lijkt mij de man, die de ringwalburgen vanuit het zuiden in het noorden introduceerde.

De oudste bron die over de dood van Harald schreef, was de Encomium Emmae Reginae die geschreven is in Vlaanderen rond 1040.

 

Kopie van een steen uit Jelling op het domplein te Utrecht

Een plakkaat  bij de 'Jellingsteen' in Utrecht, met de Nederlandse vertaling van de runentekst (1936).

 

In de Jardin des Plantes in Rouen staat een kopie uit 1911, omdat (het Hertogdom) Normandië toen duizend jaar bestond. Andere kopieën bevinden zich in  het Musée d’Archeologie Nationale van Saint-Germain-en-Laye in Frankrijk (1889),  naast de Deense Kerk in Londen (1948) en bij de Deense Kerk en het Deens cultureel centrum van Yorba Linda in Californië (1965).


34. Harald Hildetand

35. Harald Klak

36. Harald Schoonhaar

37. Harald Hardrade

38. Hemming

39. Hengist en Horsa

Hengist stichtte misschien Leiden!

 

We zitten nog altijd in hetzelfde gebied van Schelde en Rijn. Van der Vlist noemt een anonieme bron uit 1440, die beschrijft dat Friezen en reuzinnen (!) in de vijfde eeuw een burcht hebben gebouwd in een ‘Woud zonder Genade’. En in een boek van Jan Jansz Orler uit 1614 wordt vermeld dat de burcht van Leiden zou zijn gesticht in 449 door Hengest. Het was dezelfde Hengist, een hertog van de Angelen en Saksen die samen met zijn broer Horsa streed in Engeland tegen Vortigern. Horsa sneuvelde, maar Hengist keerde naar de streek van Leiden terug om er een burcht te bouwen. Historici hechten tot nu toe maar weinig waarde aan dit verhaal, maar dat kan met dit boek veranderen. Op die manier zou er dus al in de vijfde eeuw een 'ringwalburcht' zijn geweest te Leiden.

Van der Vlist Ed, De Burcht van Leiden, Primavera Press, 2003

 


40. Heremoed

41. Hnaef

42. Hygelac

43. Ingwar

44. Jarl

45. Knoet

Bij de naam Knoet schreef ik in mijn boek over kolfkerels en knoetkerels. Ik kan er nog een naam aan toevoegen: stafkerels.
Het woord zit verborgen in een woord dat we nog allemaal kennen: Stakker of stakkerd, dat afkomstig is van stafkerel.
In het Oudnoors: stakkarl, Zweeds: stackare en Noors: stakkar.
Het Oudzweeds kent  'staaf' vanaf 1526, 'staf' vanaf 1525 en 'Karl' (kar 1545, karel 1624 karl 1523). Het woord 'stavkarl' komt er voor vanaf 1555 en 'stavakarl' vanaf 1686.
In het Nederlands bestaat  'staf' vanaf de tiende eeuw en 'kerel' (karl) vanaf 1191.

Wie leende van wie?

Bron: INL bij 'stakker'

Berten Jo, Het grafelijk slot van Male, Lannoo Tielt 2017. p. 19

46. Knoet

47. Knoet de Grote

48. Knoet III

49. Knoet IV van Denemarken

50. Ogier de Dane

Boek p. 263:

  Ogier de Dane, de Frank of de Austrasiër


Jehan de Preis dict de Oultremoese of Jan van Overmaas (1338-1400) was een klerk in Luik. Hij schreef een 'universele' geschiedenis vanaf de val van Troje tot in 1340. Jehan was een nakomeling van Ogier en hij was het die de (legendarische) bouw van de kerk van Tongeren door Ogier beschrijft. De kerk van Tongeren werd in 804 door paus Leo III ingewijd in de aanwezigheid van keizer Karel de Grote. Tongeren moet ook na zijn Romeinse periode nog altijd belangrijk zijn geweest. Jehan gebruikte o.a. ook de verhalen van Ogier uit de populaire 'La chevalerie Ogier de Danemarche' een gedicht uit de twaalfde eeuw van Raimbert van Parijs. 

Mijn boek heeft het o.a. over 'Ogerus comes de Looz'. Ik heb dat in de tekst ook aangehaald als Ogier, graaf van Looz. Om correct te zijn, moest ik het eigenlijk vertalen als 'Ogier, graaf van Loon'. Inderdaad, volgens Mantel (Hasselt 17de eeuw) heeft Ogier als eerste het graafschap Loon in 801 in leen gekregen van Karel de Grote. Als neef van Karel beschrijft men hem ook als een paladijn, één van de (legendarische) twaalfkoppige paleiswachten van Karel de Grote. Deze paladijnen waren in de roemrijke gedichten telkens een toonbeeld van hoffelijke ridderlijkheid.

In een Spaanse kroniek schrijven ze over 'Otger Golant' hertog van Guyenne (Aquitanië). Chorographia de alguns Lugares que stam em hum caminho, que fez Gaspar Barreiros (1546)


West-Europese titels van Ogier de Deen

Uit: Raimbert de Paris, La chevalerie Ogier de Danemarche, poème du XII siècle, tome I. Techener Parijs 1842. p XL

 


Baldwin – Ogiers zoon – wordt vermoord door de zoon van Karel de Grote.

                                (Uit: L'Histoire d'Ogier le Dannois, duc de Dannemarche, qui fut l'un de douze pairs de France (etc.)                         Lyon, Héritiers de Benoist Rigaud 1599)


51. Olaf Haraldszoon

52. Ongendus

53. Picardiër

54. Ragenher  (Lodebroek)

Ondertussen heb ik in een artikel (Ragnar en Bern, van Wulpen tot Bonen-Boulogne. Twee negende eeuwse vorsten in het prille Vlaanderen.Zie academia.edu) een woonplaats aangeduid voor Ragnar Lodebroek. Waarschijnlijk kwam dat uit zijn periode dat hij werd aangesteld te Torhout door Karel de Grote. Hij woonde meer dan waarschijnlijk te Ragnarsvliet (Reynaertsvliet, Reigaersvliet, Reigaarsvliet, Reigersvliet...) aan het Zwin. Nu nog kan men die plaats vinden  als het leenhof Reynaertsvliet. Dat die plaats en de mensen die er woonden belangrijk waren,  is ook te vinden in de familienaam die verraadt dat familie van  hem later bij de Vlaamse adel hoorde. Hieronder een graftombe uit de kerk Saint-Piat te Doornik.

Hieronder de tekst op de graftombe.

Belangrijke plaatsen voor de Vlaamse geschiedenis staan hier samen: Harelbeke, Ter Walle (La Motte) en Reynaertsvliet.

Het Hof van Reigarsvliet (Reygarsvliet Raygersvliet Reigaarsvliet Reygeersvliet Reighersvliete Reygaersvliet)

(Bron: Zwinstreek pdf rdp195903p001-079)

 

In 1252 lag op de linkeroever van het Zwin waarschijnlijk een dorp dat Reygersvliet heette. Het dorp lag aan vertakkingen van het Oude zwin. Die wateringen aan de mondingen van het oude Zwin kregen in 1280 de naam Groot en Klein Reygaersvliet. Het dorp zal waarschijnlijk een woonplaats zijn geweest van de inwoners van de heerlijkheid. Ze waren boeren, schapenkwekers en vissers.  De ondertussen geïntegreerde adellijke heren van Reygaersvliet komen in Vlaanderen bewijsbaar voor in 1228. Het huis van Reigharsvliet was verbonden met het huis van Gistel en Halewijn die ook behoorden tot de oudste adel van Vlaanderen. Daar men in de buurt van de Zee woonde (die ze als 'vyant' bestempelden) richtte men wateringen in om zich te verdedigen. In de buurt lag ook een Hove ter Sale. Stond daar een heidense halle? Te Westkapelle, waar Reygarsvliet ligt, bestond in 1120 nog de naam Reingers met een verwijzing naar een schapenboerderij: ...mensuras terrae en berquaria Reingers...

____

 

Hedendaagse kaart met de nog bestaande hoeve Reigaarsvliet aan het Oude Zwin (Oude Zwinvaart).

Ook de naam Lodebroek is in deze streek blijven bestaan, zij het in een moderne vorm.

Lodebroek is letterlijk als wollen broek blijven voortbestaan:

Volgens Geneanet vooral in Brugge (40) Dudzele (8) Moerkerke (1) Passendale (1)  De oudste namen (17de eeuw in Dudzele) De streek van Reigaersvliet is dus het sterkst vertegenwoordigd.
Voorbeelden:

-Wullebroeck Isabelle (Machelen-Leie, 1830 getrouwd)
-Wullebroeck Marie (in Brugge gehuwd, 1920)
-Wullebroeck Marijn (17de eeuw)
-Wullebroeck Ange (handelaars en belastingbetalers in Brugge 1881)
-Van Wullenbroeck Judoca Theresia (Meulebeke 18de eeuw) vader: Ferdinand Van Wullenbroeck (tussen 1663 en 1723)

-Wullenbroek Frederik (geboren op 9 november 1840 te Breda) Vooral Wolbroek is een naam die voorkomt in Nederland.

 

Brugse Vrije, fragment van een kaart van Pieter Pourbus uit 1571, met Ragnarsvliet (Reinsvliet?) aan het Oude Zwin.

Kaart van de Zwinstreek van C.J. Visscher uit 1640 met velden van Reygersvliet (velden voor de schapenteelt?)

Fragment van een kaart uit 1647 die de veertiende eeuw rond Brugge moet voorstellen, met Ragnarsvliet (Reygaersvliet?).

Hieronder een fragment uit De sluizen van de watering Reigaarsvliet (M. Coornaert & J. Tilleman) Kaart: Bert Kennis, Nieuwvliet.

 

Ook over zijn dood kan één en ander worden verteld.

In 865 viel het grote heidense leger, onder leiding van Ivar, East Anglia, Essex, Kent, Mercia, Northumbria, Sussex en Wessex binnen. De invasie werd georganiseerd door de zonen van Ragnar Lodebroek, die waarschijnlijk op de vlucht waren en nieuwe kansen uitprobeerden omdat hun vader werd opgejaagd door de graven van Vlaanderen die de christelijke politiek omarmden.  Ragnar zou in 865 zijn omgebracht door hem in een slangenkuil te gooien. Die slangen en de kuil kunnen worden gezien als een metafoor voor de niets ontziende vijanden die hem met een lepe truc dood wilden hebben.

55. Ragenher

56. Ragenwald

57. Raven

58. Ro

59. Rodulf

60. Rolf Krage

61. Rollo

Het artikel over Rollo is wat aangepast. Onder andere bij de etymologische uitleg over 'Le Tréport' heb ik de verklaring hopelijk verfijnd. Het artikel over Rollo op laaglandsinfo  is in dezelfde zin aangepast.

 

Nog een nieuwe aanwijzing dat Rollo uit Vlaanderen kwam: Zie L' Echiquier de Normandie.


62. Rorik

63. Sigeric

64. Siegfried

65. Siegfried de Deen

66. Sigfried I

67. Sigfried

68. Sinric

69. Steenmar

70. Sweyn

71. Thorgest

72. Thorgils

73. Thorsteen

74. Thorsteen Thurnesten

75. Thorsteen Durstenus

76. Ubbe

77. Vroede

78. Widukind

79. Wurm

Opmerking

Deel 9 De wikingen zwerven uit.

1. Het noorden

1. Denemarken

Teruggevonden wijnkruik uit (Frans-)Vlaanderen te Ribe in Denemarken (toch al zeker 1000 jaar oud)


2. Munten in Scandinavië

3. Zweden

Zweden en West-Vlaanderen:

Snel betekent in Vlaanderen vlug en gezwind. In West-Vlaanderen werd dat nooit gebruikt. Snel betekende daar altijd mooi, knap, welgemaakt, deftig, fris, bevallig, fier...
Dat bestond ook in het (Oud)zweeds: snäll, eerst geschreven als 'snel' , met 1526 als vroegste datum.
-'snel' in het Oudnederlands bestond al voor 1080 (gevonden via het Franse leenwoord 'esnel')
In volgende zinnen had 'snel' zijn West-Vlaamse betekenis:
- π hughe haren snellen sone (1284)...haar snelle zoon
- Echt so bad die deghen snelle (West-Vlaanderen 1285)...een snelle deghen (knaap of jongen)

INL bij snel en snelle

https://www.saob.se/artikel/?seek=sn%C3%A4ll&pz=2 oktober 2017

Berten Jo, Het grafelijk slot van Male, Lannoo Tielt 2017

4. Noorwegen

5. Ijsland

2. Het oosten

1. Sagen en legendes

Antwerpen: Brabo overwint de reus of de rus!

Roeselare met zijn ringwalburg van de graaf langs de Mandel (Antoon Sanders of Sanderus, 17de eeuw, uit zijn Flandria Illustrata)


2. Het Reuzelied

3. Waren de reuzen Russen?

Ingelmunster aan de Mandel (Antoon Sanders of Sanderus, 17de eeuw, uit zijn Flandria Illustrata)

 

Ingelmunster anno 2017


Ogier de Dane verslaat de heidense reus Bruyer.

Uit: L'Histoire d'Ogier le Dannois, duc de Dannemarche, qui fut l'un de douze pairs de France...Héritiers de Benoist Rigaud, Lyon 1599


4. Draken

Amalberga als drakendoder (ca. 1500, eigendom van de 'Phoebus Foundation')


5. Semini

6. Opmerking

7. Rusland

Zie ook (in het Engels en het Nederlands):

https://independent.academia.edu/LucVanbrabant

 

De (Frans-)Vlaamse kust als Russische kust

(De 'Littus Ruthenicum' volgens Malbrancq, uit 1647 maar zoals het volgens hem rond 800 moet zijn geweest en een gedeeltelijke kopie daarvan op een kaart uit 1875 van Hayaux Du Tilly, bij uitgeverij Pilon te Parijs.)

 

Pagina 305 en noot 492
De weblink bestaat ondertussen niet meer.
Hier is een andere link. Niet vergeten dat deze info heel interessant is maar met de nodige voorzichtigheid moet worden benaderd.
Link:
https://gw.geneanet.org/agallais?lang=en&p=walmer&n=des+ruthenes 
en
https://gw.geneanet.org/agallais?lang=en&p=erkembert&n=des+ruthenes 

 

Warings...“The real ones!”

Kunnen een aantal toponiemen in de buurt van de "Russische Kust" nog herinneren aan “de echte” of “de kinderen van de echte”?

Ik denk aan volgende plaatsen:

-Waringzelle (Waringen-zaal) ten noorden van Boonen (Boulogne)

-Warinctun (Waringen-tuin) ten noorden van Boonen (Boulogne)

-Warem (Warrem) ten noorden van Boonen (Boulogne)

-Warhem (Warheem (1067) Frans-Vlaanderen

-Waregem (UUaringim 995) West-Vlaanderen

-Waardamme (Wara 1089) met een Ware-beek (West-Vlaanderen)

-Warewane (Wareuuane 1196) bij de Somme

-Wargnies (Waregnies 1212) bij de Somme

-Wargnies-le-Grand (Wariniacum 847) Frans Henegouwen. In de buurt: Wargnies-le-Petit

-Warnecque (Wariniacum) Frans-Vlaanderen

De meeste rietbewoners/Warings zijn naar het noorden uitgeweken, maar kunnen enkele van hen ook naar het zuiden, naar Normandië, zijn verhuisd?

-Varangéville (Varangesi villa 770)

-Varengeville (Waringivilla 1035)

-Saint-Pierre-de-Varengeville (Warengiervillam twaalfde eeuw)

In de Seine-Maritime en de Sarthe zijn nog volgende patroniemen aanwezig: Varanger, Guéranger en Garanger.

 

Draak op het schild van een Waring (Byzantijns icoon)

Fragment uit het tapijt van Bayeux

 


8. Byzantium

Doop van een 'Rus' te Byzantium

 


9. Brugge

3. Het zuiden

1. Normandië

2. Bretagne

 

Het kamp van Péran

Het ovalen kamp van 134 naar 110 m ligt op 9 km ten zuidwesten van Saint Brieuc in de Côtes d'Armor van Bretagne en dateert al van de tweede eeuw voor Christus. De versterking van 1 hectare diende als een verdedigingsplaats op 160m hoogte met uitzicht op de vallei van de Urn, een kleine rivier die door Plédran stroomt. Men kan er nu nog twee grachten en een wal met verglaasde stenen ontdekken.
Opgravingen laten vermoeden dat de plaats ook door wikingen werd bewoond tot zij door Alain Barbetorte rond 930 uit Bretagne werden verdreven. De Franken vochten dus tegen de wikingen in de versterking, zoals men vocht tegen de wikingen in de ringwalburgen. De site werd vernield maar de gevonden resten vertellen ons dat er zowel krijgslieden als plattelandsmensen hebben verbleven. Onder het puin vond men ijzerbeslag voor pony's, stijgbeugels, zwaarden, kaarden en restjes van wollen stoffen. De vondst van een zilveren munt uit 905-925 gelijkend aan die uit York en een ketel die gelijkt op de ketel van Groix versterken de hypothese dat er eens noordelingen woonden. De verglaasde stenen muur kan een getuige zijn van vernielingen, maar eveneens wijzen op een bepaalde manier van construeren.
Association des Amis du Camp de Péran, Le camp de Péran Forteresse Viking. Plédran
http://www.wikiarmor.net/Camp_de_P%C3%A9ran november 2017
https://fr.wikipedia.org/wiki/Camp_de_P%C3%A9ran#cite_ref-ref-3_3-0 november 2017

 

Ringwal van Péran

uit Google Maps 2017

 

3. Aquitanië en Gascogne

4. Spanje

4. Het westen

1. Groot-Brittannië

Merkwaardig hoe Wales een Rhos (Ross) streek heeft. Rhos wordt (in Wikipedia) uitgelegd als Welsh voor 'moeras'. Toch waren er volgens professor Jozef Janssens (Jozef Janssens, Koning Artur in meervoud, Davidsfonds 2017, p. 190) in 1108 een groep Vlaamse kolonisten die zich daar vestigden. Zou dat hier eenzelfde 'rus'-verhaal kunnen zijn geweest? Rus (rietbewoner) en Rhos (moerasbewoner) liggen in betekenis merkwaardig dicht bij elkaar. Zochten ze naar plaatsen waar vroeger hun voorouders, de wikingen, waren komen wonen? Het dorp Llangwm ligt in de provincie Ross aan de monding van de Cleddau. Het is bekend dat het in de tiende eeuw een winterverblijf was voor de wikingen die hun schepen daar onderhielden en herstelden. Ze noemden de plaats 'Langheim'. Veel wikingen bleven in die streken wonen, wat terug te vinden is in de plaatselijke toponymie (bv. Freystrop, Freya's dorp of Wiston naar de Vlaming Wizo).

2. Ierland

Onderlinge vijandschap kan niet zo groot zijn geweest. De aankomende wikingen zorgden voor een stilistische verschuiving binnen de kerkelijke objecten. De kunst gebruikte Germaanse dierenmotieven en plantenranken samen met Keltische, Mediterrane en Angelsaksische tradities. De (samen)groeiende nederzettingen zorgden voor een onderlinge vermenging van stijlen. Ierse geleerden en monniken genoten grote waardering in Karolingisch West-Europa. Ierse kennis werd bij voorbeeld geïntroduceerd door Sedulius Scottus die leefde aan het hof te Luik, door John Scotus Eringena aan de paleisschool te Aken of Notker te Luik. In Dublin werd de 'Christ church' kathedraal gesticht door een wiking koning en de Ierse aartsbisschop samen.

Bormpoudaki Maria (red.), Cross Roads. Reizen door de Middeleeuwen. Allan Pierson Museum. W. Books Zwolle 2017. p. 83-87.

3. Orkney

 Veldmuisjes

 

Een interessante ontdekking op Orkney kan aantonen dat er – zo'n 5000 jaar geleden – tussen Proto-Vlaanderen en Proto-Orkney contacten waren. Inderdaad, op één bepaald eiland leeft nog altijd een veldmuis waarvan men botjes heeft teruggevonden tot 5000 jaar terug in de tijd. Die specifieke muis leefde en leeft alleen op dat eiland en in de kuststrook van Vlaanderen, nergens elders in Groot-Brittannië of op het continent. Die twee gebieden moeten in het Neolithicum contact hebben gehad met elkaar. De geleerden denken dat landbouwers (vanuit Proto-Vlaanderen) op het eiland zijn aangeland. Kunnen die wederzijdse contacten onderhouden zijn gebleven over de eeuwen heen?

Bron: BBC uitzending en artikel op http://www.bbc.com/news/uk-scotland-north-east-orkney-shetland-23942934 augustus 2017

 


4. Shetland

5. Faeröer

6. Hebriden

7. Groenland

8. Vinland

9. Het eiland Man

Deel 10 Besluit